Prinsjesdag 2022 is voorbij en dat betekent dat de regering de beleidsplannen voor het komende jaar bekendmaakte. Het zijn nogal wat veranderingen, dus we zetten de maatregelen die voor jou als zzp’er, mkb’er of een andere ondernemersvorm van belang zijn op een rij. De fiscale maatregelen gaan in per 2023 of 2025. Zo gaat bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting omhoog en bouwt de zelfstandigenaftrek voor zzp’ers versneld af. Ook bouw je vanaf 2023 geen oudedagsreserve meer op. Maar er is ook goed nieuws: het kabinet heeft ook wat lastenverlagingen voor ondernemers in petto.
Verlaging van zelfstandigenaftrek, verhoging van arbeidskorting
In 2022 heb je als ondernemer die aan het urencriterium voldoet recht op een zelfstandigenaftrek van €6.310. Het plan om dat in stappen af te bouwen lag er al, maar het kabinet wil dat nu sneller doen. Dat betekent dat de zelfstandigenaftrek in 2026 nog €1.200 bedraagt en in 2027 afgebouwd is naar €900. De verhoging van de arbeidskorting doet dienst als compensatie. Doel van deze maatregelen is dat de belastingverschillen tussen werknemers in loondienst en zelfstandigen (ondernemers voor de inkomstenbelasting) verkleinen. De startersaftrek, de verhoging van de zelfstandigenaftrek voor starters, blijft wel hetzelfde.
Afschaffen van de middelingsregeling
Wisselende inkomens, door de jaren heen? Misschien betaal je dan het ene jaar in box 1 het hoge belastingtarief en is het andere jaren weer anders. Met de middelingsregeling is het mogelijk je inkomen gelijkmatig te verdelen over drie jaren. Doe je dat slim, dan valt je inkomen wellicht in alle jaren in een lagere belastingschijf. Vanaf 2023 is dat geen optie meer, want dan is deze regeling afgeschaft. De jaren 2022-2024 zijn dus de laatste jaren waarover middeling mogelijk is. Middeling aanvragen? Dat doe je als de aanslag over de drie jaren definitief is. Neem vooral contact met ons op als je hier hulp bij wil.
Afschaffen van de oudedagsreserve
Ondernemers met een eenmanszaak of een vennootschap onder firma mogen op dit moment nog 9,44% (tot een maximaal bedrag van €9.632) aftrekken van de winst om daarmee een oudedagsreserve te vormen. In de toekomst betaal je daar dan alsnog belasting over — of je zet de reserve om in een lijfrente. Vanaf 1 januari 2023 gaat deze vlieger niet meer op: dan is fiscaal gefaciliteerd aan je oudedagsreserve bouwen van de baan. De tot en met 31 december 2022 opgebouwde reserve mag je nog volgens de huidige regels afwikkelen. Het doel van het afschaffen van de oudedagsreserve? Meer gelijke fiscale behandeling van werknemers, ondernemers en aandeelhouders.
Aanpassen van de inkomstenbelasting
Voor iedere box staan wijzigingen gepland:
• box 1 inkomen uit arbeid, uitkering, eigenwoningbezit
• box 2 inkomen uit aandelenbezit
• box 3 inkomen uit sparen, beleggen
Wijzigingen in Box 1: inkomen uit arbeid, uitkering en eigenwoningbezit
De belasting van je inkomen in box 1 gaat over twee schrijven. In 2023 betaal je over je inkomen tot €73.031 36,93% belasting, wat betekent dat je vergeleken met 2022 over een groter deel van je inkomen het ‘lage’ tarief betaalt. Dat tarief is ook gedaald, want in 2022 stond dat op 37,10%. Daarboven betaal je volgend jaar 49,5% inkomstenbelasting. In box 1 trek je de betaalde hypotheekrente voor je eigen woning af. In 2023 is de aftrek beperkt tot het basistarief van 36,93%.
Wijzigingen in Box 2: inkomen uit aandelenbezit
Winstuitkeringen door bedrijven waarin je 5% of meer van de aandelen bezit (‘aanmerkelijk belang’)? Dan krijg je volgend jaar, net als in 2022, te maken met 26,9% inkomstenbelasting. In 2024 komen er twee tarieven in box 2. Over bedragen tot €67.000 betaal je dan 24,5% en over het meerdere 31%.
Door het aangekondigde hogere tarief van 31% in de tweede schijf, is het misschien interessant voor je om een eventuele dividenduitkering naar voren te halen. Doe je dit al in 2023? Dan is dit belast met 26,9% inkomstenbelasting. Maar, let op, dit is niet per se de beste keuze voor jou; geld en beleggingen die je ‘privé maakt’ door een dividenduitkering, is belast in box 3. Er geldt in box 3 een vrijstelling, maar kom je boven deze vrijstelling, dan betaal je hierover box 3-heffing. Neem dus vooral contact met ons op om te ontdekken wat voor jou de beste optie is.
Aanpassingen in heffingskortingen
Een heffingskorting is precies wat je denkt dat het is: een korting op je te betalen belasting. Je komt niet per definitie voor iedere heffingskorting in aanmerking, want dat hangt af van je persoonlijke situatie.
Algemene heffingskorting
Iedere inwoner van Nederland heeft recht op deze heffingskorting. Hoe hoog deze algemene heffingskorting is, hangt af van je inkomen in box 1. Vanaf 2025 telt ook je inkomen in box 2 en 3 mee. Hoe hoger je inkomen, hoe lager de algemene heffingskorting.
In 2023 is de maximale algemene heffingskorting €3.070, bij een inkomen van €22.660. Verdien je meer, dan daalt de korting. Vanaf een inkomen van €73.031 krijg je geen algemene heffingskorting meer. De verandering: de heffingskorting is hoger dan in 2022 en loopt door tot een hoger inkomen.
Arbeidskorting
Deze korting is er voor iedereen met inkomen uit arbeid. De maximale arbeidskorting stijgt in 2023 met €792 euro, wat neerkomt op €5.052. Die arbeidskorting krijg je bij een inkomen van €37.626. De arbeidskorting daalt met 6,51% van het meerinkomen.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Ben je ouder van een kind dat jonger is dan twaalf jaar? Dan kom je voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting in aanmerking. De korting is bedoeld voor de werkende (alleenstaande) ouder of voor de minstverdienende van twee werkende ouders. De inkomensafhankelijke combinatiekorting is in 2023 maximaal €2.694 bij een inkomen van €5.547 euro en daalt met 11,45% van het meerinkomen. Kinderen geboren in of na 2025? Dan heb je geen recht meer op de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding
De onbelaste kilometervergoeding gaat in 2023 omhoog: naar €0,21 per kilometer. Als ondernemer mag je dit bedrag van de winst aftrekken voor zakelijke ritten met je privé-auto, -motor of -fiets. Als werkgever mag je die €0,21 per kilometer ook onbelast aan je personeel vergoeden, als het gaat om woon-werkverkeer en andere zakelijke kilometers met een eigen vervoermiddel. Per 2024 stijgt de onbelaste kilometervergoeding nog verder — naar €0,23.
Stijging vennootschapsbelasting
Twee veranderingen zorgen ervoor dat je in 2023 meer vennootschapsbelasting betaalt: de schijfgrens gaat omlaag en het tarief gaat omhoog.
Schijfgrens vennootschapsbelasting omlaag
Per 1 januari 2023 verlaagt de schijfgrens: van €395.000 naar €200.000. Je winst tot €200.000 valt in schijf 1. Hogere winst? Dan valt het gedeelte boven €200.000 in schijf 2. Het belastingtarief in schijf 2 is hoger dan in de eerste. Door de verlaging van de schijfgrens valt je winst dus al sneller in schijf 2 en betaal je meer belasting.
Tarief vennootschapsbelasting omhoog
Het tarief voor vennootschapsbelasting in de eerste schijf gaat met 4% omhoog: van 15% naar 19%. Dit betekent dat je in schijf 1 meer belasting betaalt: 19% over €200.000. Winst boven €200.000 valt in schijf 2 en daarover betaal je hetzelfde tarief als in 2022: 25,8%.
Verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid
Het kabinet wil dat alle zelfstandigen zich verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid (AOV). Dit is afgesproken in het pensioenakkoord. Met een verzekeringsplicht voor zelfstandigen zijn straks alle werkenden beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en verlagen de kosten en risico’s voor de samenleving. Wanneer dit ingaat, is nog niet bekend.
Afschaffing vrijstelling bpm voor bestelauto’s
De vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers is per 2025 verleden tijd. Vanaf 2025 betalen ondernemers bpm bij de aanschaf van een bestelauto op benzine, diesel of gas. De hoogte van de belasting hangt af van de CO2-uitstoot. De vrijstelling voor emissievrije bestelauto’s blijft wel bestaan. In 2025 verhoogt ook de motorrijtuigenbelasting (mrb) op bestelauto’s met 15% en met nog eens 6,96% het jaar daarop. Hoeveel belasting je betaalt, hangt af van het type bestelauto.
Doel van deze maatregel? Het stimuleren van de verkoop van milieuvriendelijke bestelauto’s.
Stijging overdrachtsbelasting bedrijfspanden
De overdrachtsbelasting voor bedrijfs- en beleggingspanden stijgt per 1 januari 2023: van 8% naar 10,4%. Welk percentage je betaalt, hangt af van het moment van tekenen van de akte van levering. Sluit je de koopovereenkomst nog in 2022, maar zet je je handtekening onder de notariële leveringsakte in 2023? Dan betaal je 10,4% overdrachtsbelasting. Teken je de notariële leveringsakte in 2022, dan profiteer je nog van het lagere tarief van 8%.
Aanpassing in gebruikelijkloonregeling
Heb je een eigen bedrijf en ben je daarin als directeur werkzaam? Dan ben je een directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het werk in je eigen bv moet je jezelf salaris uitbetalen. Dit is een verplichting vanuit de loonbelasting: de gebruikelijkloonregeling.
Het gebruikelijk loon is minimaal het hoogste bedrag van deze drie bedragen:
• een vast bedrag van €48.000
• het loon van de meestverdienende gewone werknemer in je bedrijf
• 75% (in 2022) van het loon van het vergelijkbaarste dienstverband
Per 1 januari 2023 verandert dat derde bedrag. Vanaf dan neem je 100% van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband als uitgangspunt voor het gebruikelijk loon — tenzij één van de andere bedragen hoger is.
Let op: ben je directeur-grootaandeelhouder van een start-up? Dan geldt voor jou nu nog een uitzondering voor het bepalen van je gebruikelijk loon. Per 1 januari 2023 vervalt deze uitzondering, met een overgangsrecht tot 1 januari 2025.
Meer weten over wat de aankondigingen op Prinsjesdag voor jou als ondernemer betekenen?
Ben je benieuwd naar jouw specifieke situatie, wil je weten of je nog dit jaar veranderingen door kan voeren om te profiteren van de gunstigste regelingen of heb je andere vragen? Neem dan contact met ons op. We helpen je graag!