Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming voor de kosten van kinderen. Voor deze regeling komen gezinnen met lage- en middeninkomens in aanmerking. Alleenstaande ouders krijgen een hoger kindgebonden budget dan stellen.
Boven op de jaarlijkse inflatiecorrectie wordt het kindgebonden budget per 1 januari 2023 verhoogd. Een deel daarvan is structureel. Het maximumbedrag vanaf het derde kind komt op gelijke hoogte met het maximumbedrag voor het tweede kind. Alle kindbedragen worden verhoogd met € 356. De opslag voor een alleenstaande ouder wordt tijdelijk verhoogd met € 356. De verhogingen vinden plaats na indexatie van de bedragen van 2022. De indexatie is in 2023 6,3%.
Met ingang van 1 januari 2023 gelden de volgende maximumbedragen per kind.
| 
 
  | 
 Bedrag 2022  | 
 Bedrag 2023  | 
|---|---|---|
| 
 Eerste kind  | 
 € 1.220  | 
 €1.653  | 
| 
 Tweede kind  | 
 € 1.106  | 
 € 1.532  | 
| 
 Derde kind  | 
 € 1.064  | 
 € 1.532  | 
| 
 Vierde en volgende kind  | 
 €1.001  | 
 € 1.532  | 
| 
 Alleenstaande-ouderkop  | 
 € 3.285  | 
 € 3.848  | 
De verhoging van het maximumbedrag vanaf het derde kind is structureel. Een deel van de generieke verhoging van alle kindbedragen en van de alleenstaande-ouderkop is eveneens structureel. Het andere deel wordt tot en met 2028 stapsgewijs afgebouwd.